Het thema ‘Eenheid’ vormt de kern van alle Bahá’í leringen: hun doel is om de eenheid der mensheid te verwerkelijken. De volkeren en naties zullen uitgroeien tot een wereldgemeenschap. In vele geschriften van Bahá’u’lláh wordt verklaard hoe eenheid, vrede en welvaart op alle gebieden bereikt en verzekerd kunnen worden. Steeds meer mensen zijn het weliswaar eens met de gedachte dat de mensheid een eenheid vormt, maar de praktische invulling daarvan is moeilijk.
Wereldeenheid kan door een organische veranderingsproces bereikt worden. Maar een van de grote hindernissen zijn de vele alomtegenwoordige vooroordelen.
Vooroordelen zijn vaak zo diep geworteld dat men deze helemaal niet bemerkt. Bijna niemand is er vrij van. Zowel groepen als personen kunnen slachtoffer worden van sociale, racistische, religieuze, nationale en andere vooroordelen. De mens wordt vaak pas bewust van de schade die dit toebrengt wanneer hij dit zelf op grond van vooroordelen, misverstanden en onrecht ervaart en bijv. buitengesloten wordt.
Op wereldniveau hebben vooroordelen zeer verwoestende gevolgen voor de vooruitgang van de samenleving en brengen vrede in gevaar. ‘Abdu’l-Bahá zei:
“Al het oorlogvoeren en al het bloedvergieten in de geschiedenis van de mensheid zijn het resultaat van vooroordeel.”
De Bahá’í geschriften verlangen de afschaffing van vooroordelen en beklemtonen dat alle mensen als gelijken geschapen werden. Bahá’u’lláh schreef:
“O mensenkinderen! Weet gij niet waarom Wij u allen hebben geschapen uit hetzelfde stof? Opdat geen mens zich boven de ander zou verheffen.
Overweegt te allen tijde in uw hart hoe gij werd geschapen. Daar Wij u allen hebben geschapen uit één en dezelfde stof, rust op u de plicht gelijk één ziel te zijn, met gelijke voeten te lopen, met gelijke mond te eten en in hetzelfde land te verwijlen, zodat uit uw diepste wezen, door uw daden en gedragingen, de tekenen van eenheid en de kern van onthechting kenbaar worden.
Dit is Mijn raad aan u, o schare van licht! Volgt deze raad, dat gij de heilige vruchten van de boom van wondere glorie kunt plukken.”
Als de mensheid een eenheid vormt, dan staat de weg naar wereldvrede open. Volgens de Bahá’í geschriften is wereldvrede zelfs onvermijdelijk. De mensheid heeft vele ontwikkelingsstadia doorlopen: aaneensluiting van families, dorpen, steden, vorstendommen tot grote naties. Nu staat de mensheid voor de opgave wereldwijd aaneen te groeien. Zij moet de verantwoordelijkheid op zich nemen voor dit proces:
“Of vrede pas bereikt zal worden na onvoorstelbare verschrikkingen, veroorzaakt doordat de mensheid halsstarrig vasthoudt aan oude gedragspatronen, of nú zal worden gevestigd door gezamenlijk overleg en wilsinspanning, is de keuze waar alle bewoners der aarde voor staan.”
Die nauwe verbondenheid met elkaar wordt steeds duidelijker en hun onderlinge afhankelijkheid groeit dagelijks, op allerlei terreinen, zoals ook de huidige Covid-19 pandemie laat zien.
“Het welzijn der mensheid, haar vrede en veiligheid zijn onbereikbaar, tenzij en totdat haar eenheid blijvend tot stand is gebracht.”